Aanwijzingen voor werkzaamheden
- Gebruik bij het afbramen altijd de beschermkap voor slijpen (6).
- Gebruik nooit doorslijpschijven voor afbraamwerkzaamheden.
- Bij het afbramen kan de beschermkap voor doorslijpen (16) tegen het werkstuk stoten en resulteren in verlies van de controle over de machine.
Met een aanzethoek van 30° tot 40° krijgt u bij afbraamwerkzaamheden het beste resultaat. Beweeg het elektrische gereedschap met matige druk heen en weer. Daardoor wordt het werkstuk niet te heet, verkleurt het niet en zijn er geen groeven.
- Bij gebruik van gebonden schijven die zowel voor doorslijpen als slijpen toegelaten zijn, moet de beschermkap voor doorslijpen (16) worden gebruikt.
- Gebruik bij het slijpen met de lamellenschuurschijf altijd de beschermkap voor slijpen (6).
Met de lamellenschuurschijf (accessoire) kunt u ook gebogen oppervlakken en profielen bewerken. Lamellenschuurschijven hebben een aanzienlijk langere levensduur, geringer geluidsniveau en lagere slijptemperaturen dan gewone slijpschijven.
- Gebruik bij het borstelen met schijfborstels altijd de beschermkap voor slijpen (6). Het borstelen met komstaalborstels/kegelborstels kan zonder beschermkap gebeuren.
- Monteer voor het werken met de komstaalborstel of kegelborstel altijd de handbescherming (22).
- De draden van de schijfborstels kunnen gaan vastzitten in de beschermkap en openbreken, als de maximaal toegestane afmetingen van de schijfborstels worden overschreden.
De volgorde van de montage is te zien op de pagina met afbeeldingen.
De komstaalborstel/kegelborstel/schijfborstel met schroefdraad M14 moet zover op de slijpas kunnen worden geschroefd dat deze op de slijpasflens helemaal tegen het einde van de slijpasdraad ligt. Span de komstaalborstel/kegelborstel/schijfborstel met een steeksleutel vast.
Voor het bevestigen van de schijfborstel met diameter 22,22 mm steekt u de opnameflens met O-ring (10) op de slijpas (19), schroeft u de ronde moer (25) erop en spant u deze met de pensleutel.
- Gebruik bij het doorslijpen van metaal met gebonden doorslijpschijven of met diamantdoorslijpschijven altijd de beschermkap voor doorslijpen (16).
- Bij het gebruik van de beschermkap voor slijpen (6) voor doorslijpwerkzaamheden met gebonden doorslijpschijven bestaat een verhoogd risico op blootstelling aan vonken en deeltjes evenals schijffragmenten bij breken van de schijf.
Werk bij het doorslijpen met matige, aan het te bewerken materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Oefen geen druk op de doorslijpschijf uit, kantel of oscilleer niet.
Rem uitlopende doorslijpschijven niet af door zijdelingse tegendruk uit te oefenen.
Het elektrische gereedschap moet altijd in tegenloop worden geleid. Anders bestaat het gevaar dat het ongecontroleerd uit de groef wordt gedrukt. Bij het doorslijpen van profielen en vierkantbuizen zet u het beste bij de kleinste doorsnede aan.
- Gebruik bij het doorslijpen van steen met gebonden doorslijpschijven of met diamantdoorslijpschijven voor steen/beton altijd de stofafzuigkap voor doorslijpen met geleidebeugels (21) of de beschermkap voor doorslijpen (16).
- Zorg bij het doorslijpen van steen voor voldoende stofafzuiging.
- Draag een stofmasker.
- Het elektrische gereedschap mag alleen voor droog snijden/slijpen worden gebruikt.
- Bij gebruik van de beschermkap voor doorslijpen (16) of de beschermkap voor slijpen (6) voor (door)slijptoepassingen in beton en metselwerk ontstaat een verhoogde stofbelasting en bestaat eveneens een verhoogd risico om de controle over het elektrische gereedschap te verliezen, wat kan resulteren in een terugslag.
Gebruik voor het doorslijpen van steen bij voorkeur een diamantdoorslijpschijf.
Bij het gebruik van de stofafzuigkap voor doorslijpen met geleidebeugels (21) moet de stofzuiger voor het afzuigen van steenstof goedgekeurd zijn. Bosch biedt geschikte stofzuigers aan.
Schakel het elektrische gereedschap in en plaats het met het voorste deel van de geleidebeugel op het werkstuk. Duw het elektrische gereedschap met matige, aan het te bewerken materiaal aangepaste voorwaartse beweging.
Bij het doorslijpen van zeer harde materialen, bijv. beton met een hoog kiezelgehalte, kan de diamantdoorslijpschijf oververhit raken en daardoor beschadigd worden. Dit is duidelijk te zien aan een met de diamantdoorslijpschijf rondlopende vonkenregen.
Onderbreek in dit geval het doorslijpen en laat de diamantdoorslijpschijf onbelast met het hoogste toerental korte tijd draaien om deze af te koelen.
Een merkbaar minder wordende bewerkingssnelheid en een rondlopende vonkenregen zijn aanwijzingen voor een bot geworden diamantdoorslijpschijf. U kunt deze weer slijpen door kort werken in abrasief materiaal, bijv. kalkzandsteen.
- Gebruik uitsluitend diamantboorkronen voor droog boren.
- Monteer voor het werken met diamantboorkronen altijd de handbescherming (22).
Plaats de diamantboorkroon niet parallel op het werkstuk. Duik schuin en met ronddraaiende bewegingen in het werkstuk. Op deze manier bereikt u een optimale koeling en een langere gebruiksduur van de diamantboorkroon.