Ingebruikname

  • Zorg ervoor dat u de aan/uit-schakelaar kunt bedienen zonder de handgreep los te laten.

Voor de het in gebruik nemen van het elektrische gereedschap, eerst op de inschakelblokkering (2) drukken en daarna drukken op de aan-/uit-schakelaar (1) en deze ingedrukt houden.

Om het elektrische gereedschap uit te schakelen laat u de aan/uit-schakelaar (1) los.

Aanwijzing: Om veiligheidsredenen kan de aan/uit-schakelaar (1) niet worden vergrendeld, maar moet tijdens het gebruik voortdurend ingedrukt blijven.

De lamp (7) brandt bij iets of helemaal ingedrukte aan/uit-schakelaar (1) en hiermee kan het werkbereik bij ongunstige lichtomstandigheden verlicht worden.

Een geïntegreerde snelstop verkort het uitlopen van het zaagblad na het uitschakelen van het elektrische gereedschap.

De gebruikersinterface (22) dient voor het instellen van het toerental, voor het activeren van de veiligheidsfunctie Stop Control en voor het aanduiden van de toestand van het elektrische gereedschap.

Bij geactiveerde functie Stop Control stopt het elektrische gereedschap automatisch zodra de zaagsnede beëindigd is (d.w.z. zodra het zaagblad het werkstuk verlaat), ook wanneer de aan/uit-schakelaar (1) nog ingedrukt is. De functie Stop Control is standaard uitgeschakeld. Voor het inschakelen van de functie drukt u op de toets (44) op de gebruikersinterface (22).

Let op: Bij het zagen met een gering toerental of geringe voorwaartse beweging evenals bij een geringe materiaaldikte wordt de functie eventueel niet geactiveerd.

Bij een plotselinge terugslag van het elektrische gereedschap, bijv. blokkeren bij het zagen, wordt de stroomtoevoer naar de motor elektronisch onderbroken. Daarbij knippert het werklicht (7) wit en de aanduiding status (45) rood.

Voor de hernieuwde ingebruikname zet u de aan/uit-schakelaar (1) in de uitgeschakelde stand en schakelt u het elektrische gereedschap opnieuw in.

Wanneer het elektrische gereedschap in de energiebesparende ECO-modus wordt gebruikt, kan de looptijd van de accu tot wel 10 % langer worden.

Wanneer de ECO-modus actief is, verschijnt in de aanduiding toerentalstand/modus (47) het symbool E. Bovendien brandt de aanduiding ECO-modus (50).

Er zijn 3 toerentalstanden en de ECO-modus vooringesteld.

In de onderstaande tabel zijn de toerentalstanden en de bijbehorende toerentallen te zien.

Toerentalstand

Toerental [min-1]

1

2500

2

3750

3

5000

ECO

3000A)

A)

±25 %

Met de toets voor toerentalinstelling (46) kunt u het noodzakelijke toerental ook tijdens het gebruik instellen.

Accu-oplaadaanduiding (gebruikersinterface) (49)

Betekenis/oorzaak

Oplossing

groen

Accu geladen

geel

Accu bijna leeg

Accu binnenkort verwisselen of opladen

rood

Accu leeg

Accu verwisselen of opladen

Aanduiding temperatuur (48)

Betekenis/oorzaak

Oplossing

geel

kritische temperatuur is bereikt (motor, elektronica, accu)

elektrisch gereedschap onbelast laten draaien en laten afkoelen

rood

elektrisch gereedschap is oververhit en schakelt uit

elektrisch gereedschap laten afkoelen

Aanduiding status elektrisch gereedschap (45)

Betekenis/oorzaak

Oplossing

Groen

Status OK

Geel

Kritieke temperatuur is bereikt of accu bijna leeg

Elektrisch gereedschap onbelast laten draaien en laten afkoelen of accu binnenkort verwisselen of opladen

Rood

Elektrisch gereedschap is oververhit of accu leeg

Elektrisch gereedschap laten afkoelen of accu verwisselen of opladen

Rood knipperend

Terugslaguitschakeling is geactiveerd

Elektrisch gereedschap uit- en weer inschakelen, evt. accu verwijderen en weer plaatsen