Tips voor de ‌werkzaamheden

De zaagbreedte varieert afhankelijk van gebruikt zaagblad.

Bescherm de zaagbladen tegen schokken en stoten.

Beweeg het elektrische gereedschap gelijkmatig en met een lichte duwbeweging in zaagrichting om een goede zaagkwaliteit te verkrijgen. Een te sterke voorwaartse beweging vermindert de levensduur van de accessoires aanzienlijk en kan het elektrische gereedschap beschadigen.

De zaagcapaciteit en de zaagkwaliteit zijn in belangrijke mate afhankelijk van de toestand en de tandvorm van het zaagblad. Gebruik daarom alleen scherpe en voor het te bewerken materiaal geschikte zaagbladen.

De juiste keuze van het zaagblad is afhankelijk van de houtsoort en houtkwaliteit en van de vraag of er moet worden geschulpt of afgekort.

Bij het in de lengte zagen van vurenhout ontstaan lange, spiraalvormige spanen.

Beuken- en eikenstof zijn zeer schadelijk voor de gezondheid, werk daarom met stofafzuiging.

De in de voetplaat (8) geïntegreerde smalle groef (34) kan worden gebruikt voor de geleiderails die op de pagina met accessoires te zien zijn.

Met behulp van de geleiderail (36) kunt u zagen in een rechte lijn.

De rubber rand langs de geleidingsrail fungeert als antisplinterplaatje, dat bij het zagen van houtmaterialen uitsplinteren van het oppervlak voorkomt. Het zaagblad moet daarvoor met de tanden vlak tegen de rubber rand liggen.

De rubber rand moet vóór de allereerste zaagsnede met de geleiderail (36) op de gebruikte cirkelzaag aangepast worden. Leg hiervoor de geleiderail (36) met de gehele lengte op een werkstuk. Stel een zaagdiepte van ca. 9 mm en een haakse verstekhoek in. Schakel de cirkelzaag in en geleid deze gelijkmatig en licht duwend in de zaagrichting.

De groef (34) is geschikt voor geleiderailsystemen van Bosch en Mafell.

De groef (35) is geschikt voor geleiderailsystemen van Festool en Makita.

De parallelgeleider (38) maakt nauwkeurige zaagsneden langs een werkstukrand, rerp. het zagen van stroken met dezelfde maat mogelijk.

Schuif de geleidestangen van de parallelgeleider (38) door de geleidingen in de voetplaat (8). Monteer de vleugelschroeven (11) aan beide kanten zoals op de afbeelding getoond, draai de vleugelschroeven (11) echter nog niet vast.

Stel de gewenste zaagbreedte als verdeelschaalwaarde bij de betreffende zaagmarkering (13) of (12) in, Zaagmarkeringen. Draai de vleugelschroeven (11) vast.

Aanwijzing: Om de voetplaat (8) te vergroten, monteert u de parallelgeleider (38) 180° gedraaid (zie afbeelding N).

Voor het bewerken van grote werkstukken of het zagen van rechte randen kunt u een plank of een plint als hulpgeleider op het werkstuk bevestigen en de cirkelzaag met de voetplaat langs de hulpgeleider bewegen.

Met de ophanghaak (31) kunt u het elektrische gereedschap bijv. aan een ladder ophangen. Klap hiervoor de ophanghaak (31) in de gewenste positie.

  • Let er bij opgehangen elektrische gereedschap op dat het zaagblad beveiligd is tegen abusievelijk aanraken. Er bestaat verwondingsgevaar.

Klap de ophanghaak (31) weer in, wanneer u met het elektrische gereedschap wilt werken.

Na intensief gebruik of langer gebruik van het elektrische gereedschap kan een afstelling van de verdeelschaalmarkering voor de verstekhoek (39) nodig zijn. Draai hiervoor de schroef (40) er zover uit of in tot het zaagblad in een hoek van 90° t.o.v. de voetplaat (8) staat. Met behulp van de schroef (40) stelt u de rode verdeelschaalmarkering (39) op het nulpunt op de verdeelschaal (9) af.