Aanwijzingen voor ‌werkzaamheden

  • Neem bij het zagen van lichte bouwmaterialen de wettelijke voorschriften en de adviezen van de fabrikanten van de materialen in acht.

Controleer voor het zagen in hout, spaanplaten, bouwmaterialen etc. of deze vreemde delen zoals spijkers, schroeven e.d. hebben en gebruik een geschikt zaagblad.

Schakel het elektrische gereedschap in en geleid het naar het te bewerken werkstuk. Zet de voetplaat (3) op het werkstukoppervlak en zaag met gelijkmatige aanbrengdruk resp. aanvoer het materiaal door. Schakel het elektrische gereedschap na het einde van de werkzaamheden uit.

Als het zaagblad vastklemt, schakelt u het elektrische gereedschap onmiddellijk uit. Spreid de zaagspleet iets met een geschikt gereedschap en trek het elektrische gereedschap eruit.

De voetplaat (3) past zich door de beweegbaarheid aan de betreffende vereiste hoekpositie van het oppervlak aan.

De voetplaat (3) kan afhankelijk van gebruikt zaagblad en gebruikssituatie in 3 standen in lengterichting worden verschoven.

Druk op de ontgrendelingsknop (11) en schuif de voetplaat (3) in de gewenste positie. Laat de ontgrendelingsknop los en controleer of de voetplaat stevig is vastgeklikt. Schuif de voetplaat eventueel zo ver tot deze stevig is vastgeklikt.

Om de zaagbladopname (21) te reinigen, kunt u de voetplaat (3) bij ingedrukte ontgrendelingstoets (11) er ook helemaal uittrekken. Schuif de voetplaat na de reiniging weer in zijn opname tot deze vastklikt.

  • Druk niet op de ontgrendelingstoets, terwijl u het gereedschap gebruikt. U kunt de controle over het elektrische gereedschap verliezen en gewond raken.

  • Er mogen alleen zachte materialen zoals hout, gipskarton e.d. invallend bewerkt worden! Metaal mag niet invallend worden gezaagd!
  • Gebruik voor invallend zagen uitsluitend zaagbladen met een maximale lengte van 100 mm. Met langere zaagbladen kan de voetplaat niet aangebracht worden en heeft het elektrische gereedschap niet de noodzakelijke houvast.

Zet het elektrische gereedschap met de rand van de voetplaat (3) op het werkstuk zonder dat het zaagblad (2) het werkstuk raakt, en schakel het in. Kies bij een elektrisch gereedschap met een regeling van het aantal zaagbewegingen het maximale aantal zaagbewegingen. Druk het elektrische gereedschap stevig tegen het werkstuk en laat het zaagblad langzaam in het werkstuk vallen.

Zodra de voetplaat (3) met het hele oppervlak op het werkstuk ligt, zaagt u langs de gewenste zaaglijn verder.

Voor bepaalde werkzaamheden kan het zaagblad (2) ook 180° gedraaid worden geplaatst en het elektrische gereedschap overeenkomstig gekeerd worden gebruikt.

Met elastische bi-metaal-zaagbladen kunnen bijv. uitstekende bouwelementen zoals waterleidingen direct aan de wand worden afgezaagd.

  • Let erop dat het zaagblad altijd langer is dan de diameter van het te bewerken werkstuk. Er bestaat gevaar voor terugslag.

Plaats het zaagblad vlak tegen de muur en buig het iets door middel van zijwaartse druk op het elektrische gereedschap, tot de voetplaat tegen de muur ligt. Schakel het elektrische gereedschap in en zaag het werkstuk met constante zijwaartse druk door.

Met de ophanghaak (6) kunt u het elektrische gereedschap bijv. aan een ladder ophangen. Klap hiervoor de ophanghaak in de gewenste positie.

  • Let er bij opgehangen elektrische gereedschap op dat het zaagblad beveiligd is tegen abusievelijk aanraken. Er bestaat verwondingsgevaar.

Klap de ophanghaak (6) weer in, wanneer u met het elektrische gereedschap wilt werken.

Bij het zagen van metaal dient u vanwege de verwarming van het materiaal langs de zaaglijn koel- resp. smeermiddel aan te brengen.

De geïntegreerde trillingsdemping vermindert optredende trillingen.

De softgrip verhoogt de bescherming tegen wegglijden en zorgt daardoor voor een betere grip en hanteerbaarheid van het elektrische gereedschap.