Modi

Pendelbeweging instellen

Dankzij de in vier standen instelbare pendelbeweging kunnen zaagsnelheid, zaagcapaciteit en zaagbeeld optimaal aangepast worden aan het te bewerken materiaal.

Met de instelhendel (22) kunt u de pendelbeweging ook tijdens het gebruik instellen.

Stand 0

Geen pendelbeweging

Stand I

Kleine pendelbeweging

Stand II

Gemiddelde pendelbeweging

Stand III (MAX)

Grote pendelbeweging

De optimale pendelbeweging voor de gewenste toepassing kunt u proefondervindelijk bepalen. Daarbij gelden de volgende adviezen:

  • Hoe fijner en zuiverder de zaagrand moet worden, hoe kleiner de pendelbeweging ingesteld moet worden, of deze moet eventueel helemaal uitgeschakeld worden.
  • Schakel bij de bewerking van dunne materialen (bijv. platen) de pendelbeweging uit.
  • Werk in harde materialen (bijv. staal) met een kleine pendelbeweging.
  • In zachte materialen en bij het zagen van hout kunt u met maximale pendelbeweging werken.

Spanenblaasvoorziening

Met de luchtstroom van de spanenblaasvoorziening kan de zaaglijn vrij van spanen gehouden worden.

Spanenblaasvoorziening inschakelen: voor werkzaamheden in hout, kunststof e.d. waarbij veel spanen vrijkomen, drukt u de schakelaar (23) in stand I.

Spanenblaasvoorziening uitschakelen: voor werkzaamheden in metaal evenals bij een aangesloten stofafzuiging drukt u de schakelaar (23) in stand 0.